Bij een beroepsopleiding tot verpleegkundige zijn de theorie en praktijk onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Je krijgt theorielessen op school en wordt meegenomen in de basis van verpleegkundige handelingen en verpleegkundige werkzaamheden. In de stageperiode staat het leren op de werkplek voorop. Je leert verpleegkundige handelingen, werkzaamheden en klinisch redeneren.Samen met school zijn we verantwoordelijk voor het opleiden tot gediplomeerd verpleegkundigen.

In je stage, doe je dit niet alleen. In de stage word je begeleid door verpleegkundigen van de afdeling. Je krijgt werkbegeleiders toegewezen. Werkbegeleiders zijn verpleegkundigen die je naast het begeleiden bij de dagelijkse werkzaamheden ook begeleiden bij de praktijkopdrachten vanuit de opleiding en bij de toetsing in de praktijk.

Aan iedere verpleegafdeling is tevens een praktijkcoördinator of HRD adviseur gekoppeld die je ondersteunt in je leerproces. Deze werken nauw samen met de werkbegeleiders en zullen ook regelmatig aanwezig zijn bij gesprekken.

Vanuit je opleiding zijn docenten en begeleiders regelmatig bij ons op de werkvloer aanwezig. Zij begeleiden je tijdens de Beroepspraktijkvorming (BPV) en zorgen hierbij voor afstemming met de werkbegeleiders en praktijkcoordinatoren of HRD adviseurs over je vorderingen. Leren vindt voornamelijk op de werkplek plaats. Dit geldt ook voor het examineren van onderdelen van de opleiding.